Seksuologische hulp
Als er niets aan de hand is, is seksualiteit heel vanzelfsprekend, iets makkelijks en fijns en de zin ‘mensen zijn seksuele wezens’ klinkt dan heel logisch. Het lijkt ook alsof het automatisch gebeurt en goed gaat. Pas als er problemen ontstaan kom je erachter dat het helemaal niet zo automatisch gaat. Problemen zijn bijvoorbeeld angst of spanning bij seksualiteit, pijn bij het vrijen, erectieproblemen, verminderd verlangen, vroegtijdig klaarkomen of niet mogelijk zijn van coïtus/gemeenschap. Ook kan een parafilie of hyperseksualiteit een probleem zijn of worden.
Er kunnen allerlei oorzaken zijn, meestal is dit een combinatie van biologische, fysieke en psychologische factoren. Ook de omgeving speelt een grote rol, zowel op dit moment als vroeger. Door seksuele problemen kunnen ook psychische problemen ontstaan, zoals angst of somberheid. Ook kan het leiden tot relatieproblemen. Omdat veel mensen niet over hun seksuele problemen praten, lijkt het alsof je er alleen voor staat. Dit is niet het geval, vraag vooral om hulp!
Bespreek het met je huisarts als je er zelf niet uitkomt. Hij of zij zal diverse dingen navragen om erachter te komen of er lichamelijk wat aan de hand is. Ook bij lichamelijke problemen is er vaak een combinatie met psychologische factoren. Ik ben gespecialiseerd in de behandeling van de psychologische veroorzakers van seksuele problemen en kan daarbij ook samenwerken met een gynaecoloog, uroloog of bekkenfysiotherapeut indien van toepassing. De huisarts kan doorverwijzen naar mijn praktijk via Zorgdomein.
Als je een partner hebt dan komt deze (vrijwel altijd) mee naar de gesprekken, omdat altijd beide partners betrokken zijn bij de seksuele problemen, ook al lijkt het soms of de oorzaak bij één van de partners ligt. Als jullie op meerdere vlakken problemen hebben binnen jullie relatie, dan is het wellicht beter om op zoek te gaan naar een systeemtherapeut NRVG voor relatietherapie (www.nrvg.nl). Uiteraard kijk ik ook met jullie naar gedrags- en communicatiepatronen waar jullie in vast blijven zitten met z’n tweeën, maar dan voornamelijk gericht op seksualiteit.
Genderdysforie
‘Gender’ is een breed begrip. Het heeft te maken met genderidentiteit (welk geslacht je zelf ervaart), maar ook met hoe je je gedraagt (genderrol) en hoe de omgeving je ziet. Mensen met genderdysforie hebben een sterk gevoel van onvrede over het geslacht waarmee ze geboren en opgegroeid zijn. Het ‘geboortegeslacht’ past niet bij hoe zij zich voelen en hoe ze zich willen uiten. Als je hier veel last van hebt, kan dat bijvoorbeeld ook leiden tot somberheid, depressie of angst.
Misschien heb je twijfels over je genderidentiteit. Of misschien heb je geen twijfels, maar weet je (nog) niet hoe je kunt of wilt leven met genderdysforie. Het kan ook zijn dat je het moeilijk vindt om aan je omgeving te vertellen dat je je anders voelt dan je eruit ziet. Of dat je het moeilijk vindt om de eerste stap in de ‘sociale transitie’ te zetten. Dan kan het goed zijn om psychologische hulp te vragen. Als GZ-psycholoog & Seksuoloog NVVS begeleid ik regelmatig mensen die vragen hebben over hun genderidentiteit of -rol. Of die willen uitzoeken hoe zij vorm willen geven aan hun ervaren gender. Dit verschilt van persoon tot persoon en wij gaan samen bekijken wat jij zou willen. Dit kan ook als voorbereiding op een medisch traject. Indien nodig of gewenst heb ik contact met een psycholoog of psychiater van één van de genderklinieken. De huisarts kan je naar mij verwijzen via Zorgdomein.
NB: ik geef geen indicatie voor het gebruik van hormonen of chirurgische ingrepen. Ook ben je niet eerder aan de beurt bij een genderkliniek (als je al op de wachtlijst staat) door gesprekken bij mij.
De methoden die ik gebruik zijn onder andere gesprekstherapie, cognitieve gedragstherapie, EMDR (traumatherapie), schematherapie, mindfulness en gedragstherapie. Ook werk ik vaak via de methodiek van het Vat van Zelfwaardering. Verder maak ik regelmatig gebruik van online modules van Therapieland, waar je thuis mee aan de slag kan. Ik betrek (vrijwel) altijd jouw ‘systeem’, de belangrijke mensen in jouw omgeving, bij de behandeling. Tenzij jij dat zelf niet wilt uiteraard.